Dissociatieve identiteitsstoornis: leven met meerdere persoonlijkheden
De dissociatieve identiteitsstoornis, vroeger bekend als meervoudige persoonlijkheidsstoornis, was veel in het nieuws in de jaren '90. Deze aandoening is serieus en vaak een gevolg van ernstige traumatisering in de kindertijd. Mirte, die hierover schrijft op Ikbenwijzijn.nl, deelt haar ervaring. Voordat we naar haar verhaal gaan, eerst nog wat achtergrondinformatie over DIS.
Misverstanden over DIS
Vroeger waren er veel misverstanden over DIS:
- Iets ‘interessants’: films en media maakten DIS sensationeel of mysterieus.
- Doen alsof: mensen dachten dat DIS aandachttrekkerij was.
- Misvattingen over de oorzaak: het verband met ernstige trauma’s werd niet goed begrepen.
- Diagnose- en behandelingsfouten: door gebrek aan kennis kregen mensen niet de juiste hulp.
Nu weten we dat DIS een echte aandoening is, nauw verbonden met trauma.
Wat is een dissociatieve identiteitsstoornis?
Normaal gesproken blijft hoe je denkt en doet redelijk hetzelfde, vanaf je twintigste tot dertigste. Of je nu in verschillende situaties bent of ouder wordt. Dat is je persoonlijkheid of karakter. Je kunt je persoonlijkheid zelfs samenvatten in vijf belangrijke eigenschappen: de Big Five. Denk bijvoorbeeld aan of je introvert of extravert bent, of je aardig of minder aardig bent, en of je nauwkeurig of wat slordiger bent.
Maar stel, je hebt een dissociatieve identiteitsstoornis, dan is het een ander verhaal. Je hebt dan niet één, maar meerdere persoonlijkheden in je. En die nemen om de beurt de leiding over hoe je denkt en doet. Ze hebben allemaal hun eigen herinneringen, hun eigen manier van kijken naar zichzelf en soms zelfs hun eigen naam.
Die wisseling tussen persoonlijkheden kan best plotseling komen, vaak krijg je er hoofdpijn van en het kan te maken hebben met stress. Je kan dan ineens heel anders doen, zoals andere kleren kopen die je normaal nooit zou kiezen, of je stem klinkt anders of je handschrift verandert. Soms herinner je je ook niks meer van wat je deed toen je ‘anders’ was. Je kan zelfs verschillen zien in hoe je hersenen werken, je hartslag en je bloeddruk.
Deze situatie van persoonlijkheden die wisselen, noemen ze dissociatie of 'ontkoppeling'. Het is eigenlijk een manier om te overleven. Mensen die hele nare dingen hebben meegemaakt, zoals een jeugd vol seksueel misbruik of geweld, zetten hun herinneringen daaraan soms even 'op pauze' zonder dat ze het doorhebben.
Dissociatie: iets normaals
Misschien klinkt dit allemaal een beetje raar. Maar grote kans dat je zelf ook wel eens zoiets als dissociatie hebt meegemaakt. Bijvoorbeeld dat je een bladzijde in een boek leest, je even afgeleid bent, en daarna geen flauw idee meer hebt wat je net gelezen hebt. Of dat je een stuk rijdt op een bekende weg en ineens denkt: Huh, ben ik nu al hier? Alsof iemand anders even het stuur overnam in je hoofd. Ook bij dagdromen of als je heel diep ontspannen of onder hypnose bent, kun je je een beetje losgekoppeld voelen van wat er met je gebeurt of om je heen is.
Bij DIS is dit veel ingewikkelder en sterker en heeft het veel invloed op je leven. Dissociatie is normaal, maar bij DIS is het extreem.
Meer dissociatieve stoornissen
Behandeling en onderzoek
Mensen met DIS horen ook vaak stemmen in hun hoofd. Dat lijkt een beetje op wat mensen met psychoses of schizofrenie ervaren. Maar bij DIS komen die stemmen meer van binnenuit en bij psychoses en schizofrenie lijken ze vaak van buitenaf te komen. Mensen met DIS hebben vaak ook andere psychische problemen, zoals borderline, depressie, posttraumatische stressstoornis (PTSS), somatoforme stoornis (lichamelijke klachten zonder duidelijke medische oorzaak), of slaapstoornissen. Dat maakt het lastiger om de juiste diagnose te stellen.
DIS staat beschreven in het 'Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders' (DSM-5). Dat is een handboek dat wereldwijd gebruikt wordt om psychische stoornissen te classificeren. De behandeling van DIS kan bestaan uit therapie en soms medicijnen. Maar zelfs de experts zijn het niet altijd eens over hoe je DIS precies moet diagnosticeren en behandelen. Daarom is er nog veel meer onderzoek nodig om het beter te begrijpen.
Mirtes verhaal: leven met DIS
Hoe is het nu echt om te leven met een dissociatieve identiteitsstoornis? Mirte deelt haar unieke en aangrijpende ervaring met ons. Ze heeft een stukje van haar verhaal opgeschreven, waarvoor ik haar erg dankbaar ben.
Al op zeer jonge leeftijd werd ik psychisch onderzocht bij Stichting Jeugdzorg. Die constateerde dat ik me afzonderde van alles en iedereen. Ik maakte geen enkel contact met kinderen of volwassenen, leefde in mijn eigen wereldje en speelde met zogenaamde fantasievriendjes. Maar wat de medewerkers van Jeugdzorg niet wisten, was dat ik herhaaldelijk zeer traumatische ervaringen opdeed. Hierdoor had ik een dissociatieve identiteitsstoornis ontwikkeld. In mijn hoofd creëerde ik, onbewust, een eigen veilige ‘binnenwereld’, die bestond uit verschillende persoonlijkheidsdelen. Het was een overlevingsstrategie, waardoor ik de realiteit kon ontvluchten. Op het moment dat ik iets traumatisch moest ondergaan, werd mijn lichaam overgenomen door een van deze delen.
Trauma op trauma
Toen ik geboren werd, was mijn vader al alcoholist. Mijn moeder was labiel en verslaafd aan medicatie. Ze deed verschillende zelfmoordpogingen en werd meerdere keren opgenomen in een psychiatrische instelling. Ik was ongewenst en werd vanaf mijn geboorte aan mijn lot overgelaten. Ik werd lichamelijk, psychisch en emotioneel mishandeld. Rond mijn vijfde levensjaar zetten mijn ouders mij uit huis. Ik kwam terecht in kindertehuizen en gast- en pleeggezinnen. Voor mijn achttiende was ik al 26 keer verhuisd.
Op verschillende plekken werd ik ernstig mishandeld en seksueel misbruikt. Hierdoor raakte ik op twaalfjarige leeftijd zwanger. De dader kwam erachter en schopte en sloeg me zo hard in mijn buik, dat ik mijn bewustzijn verloor. Ik kreeg een bloeding en beviel in mijn eentje van een dochtertje, dat overleed. Het seksueel misbruik ging door en mijn lichaam werd verkocht aan wildvreemde mannen. Toen ik vijftien was, sloeg ik op de vlucht en werd de dader opgepakt. Hierna heb ik in verschillende internaten gewoond.
Gebrek aan (h)erkenning
Tijdens een opname in een psychiatrische instelling gaf ik aan dat ik stemmen in mijn hoofd hoorde. Voor mij was dit heel normaal: ik wist niet beter. Volgens de psychiater moesten de stemmen weg. Om de stemmen te onderdrukken, schreef hij mij medicijnen voor. Maar die hielpen niet, dus werd de dosering verhoogd en kreeg ik er steeds nieuwe bij. Uiteindelijk slikte ik zeventien tabletten per dag.
Verder zei de psychiater dat ik op bed moest gaan liggen en de stemmen weg moest sturen: ik was immers de baas. Hij wist mij ervan te overtuigen dat de stemmen de oorzaak waren van al mijn problemen en voor mijn opname hadden gezorgd. Ik mocht alleen met ontslag wanneer ik beloofde dat ik mijn medicijnen bleef slikken. Ik deed wat me werd opgedragen. Na ongeveer een jaar vroeg ik me af waarom ik in godsnaam zoveel medicatie slikte: de stemmen waren er nog steeds. Ik besloot met de pillen te stoppen en spoelde ze letterlijk door de wc. Achteraf gezien heb ik veel geluk gehad dat ik geen ontwenningsverschijnselen of iets dergelijks kreeg.
‘Uit de kast’
Op het moment dat ik een relatie kreeg, wilde ik niet dat mijn partner erachter kwam dat ik DIS had. Ik was ervan overtuigd dat ze bij me weg zou gaan wanneer ze zou weten wie ik echt was. Het werd een jarenlange strijd tegen mijn binnenwereld. Ongeveer tien jaar later kwam ik tot het besef dat ik mijn partner moest vertellen wat er aan de hand was. We waren inmiddels getrouwd en hadden twee dochters. Mijn partner werkte en ik was huismoeder. Ik vond het heel fijn om voor de kinderen te zorgen, maar liep vast omdat ik geconfronteerd werd met mij eigen kindertijd. Herinneringen kwamen naar boven en ik kreeg last van paniekaanvallen, nachtmerries en herbelevingen.
Ik had geen andere keuze dan mijn vrouw te vertellen wat er aan de hand was. Ik probeerde het verschillende keren, maar kon er niet over praten. Ook wist ik niet hoe ik kon uitleggen wat er aan de hand was. Daarvoor zocht ik op internet naar informatie en kwam terecht bij DSM 4 (red. de toenmalige versie van het ‘Diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen’). Toen ik daar de uitleg las van DIS, vond ik het een omschrijving die paste bij professionals. Wanneer ik haar dit zou laten lezen, zou ze het nog niet echt begrijpen. Dus ik besloot het in mijn eigen woorden te omschrijven:
Door heftige trauma’s uit het verleden heb ik een dissociatieve identiteitsstoornis ontwikkeld. Dit houdt in dat ik uit meerdere persoonlijkheden besta. Zij hebben allemaal verschillende leeftijden en karakters. Ze beleven alles op een eigen manier waardoor ze zich ook allemaal anders gedragen. Dagelijks gebeuren er dingen die ik me echt niet meer kan herinneren. Dit komt niet doordat er lichamelijk iets met me aan de hand is of dat ik het gewoon vergeet. Het komt doordat een ander deel het op zo’n moment van mij overneemt. Hierdoor ben ik vaak niet in staat om te functioneren zoals ik graag zou willen.
Zinloos gevecht
Mijn partner gaf aan dat wat ik vertelde niet nieuw voor haar was. Ze had nog nooit van DIS gehoord, maar voor haar vielen de puzzelstukjes samen. Vanaf het begin van onze relatie zag ze namelijk al heel duidelijk verschillen in mijn gedrag. Alleen kon ze dit niet verklaren. Nu wist ze dat het de verschillende persoonlijkheden van mijn binnenwereld waren die ze altijd al had gezien.
Ik dacht dat ik het voor haar verborgen had weten te houden, maar dat bleek dus helemaal niet zo te zijn. Dat had ik niet verwacht en ik barstte in tranen uit. Ik vertelde dat ik zo bang was geweest dat ze bij me weg zou gaan wanneer ze wist wie ik echt was. Maar ze zei dat ze het juist heel fijn vond dat ik dit vertelde en dat het haar verdrietig maakte dat ik zo dacht. Hoe meer ze van me wist, en hoe beter ze me leerde kennen, hoe meer ze van me was gaan houden. Ze accepteert me zoals ik ben. De delen van mijn binnenwereld horen gewoon bij mij en zijn allemaal welkom. Pas toen besefte ik dat ik al die jaren voor niets had gevochten. Het was een strijd die ik nooit zou kunnen winnen omdat ik tegen mezelf vocht.
Muizenstapjes
Doordat mijn partner alle delen accepteerde, begon ik, met hele kleine muizenstapjes, mijn binnenwereld te accepteren. In het begin was er ontzettend veel weerstand. Ieder deel was namelijk gerelateerd aan een trauma. Dit maakte het heel moeilijk omdat ik niets van de trauma’s wilde weten. Maar ik kon er niet omheen. Zwarte gaten werden opgevuld. Ik begon het van me af te schrijven omdat ik er niet over kon praten, en merkte dat het me goed deed, hoe moeilijk ik het ook vond. Het bleek dat verschillende delen van mijn binnenwereld ook gingen schrijven over de gebeurtenissen uit het verleden. Ik besloot ze de ruimte te geven die ze zo hard nodig hadden.
We zijn nu 10 jaar verder. Het hebben van DIS is niet makkelijk. Maar toch: thanks to all children who live inside, we were able to survive the past.
Ben je benieuwd naar meer verhalen van Mirte? Ga dan naar haar website Ikbenwijzijn.nl.
Was jij al bekend met een dissociatieve identiteitsstoornis? Wat heeft jou in dit artikel het meest verbaasd of geïntrigeerd? Leuk om jouw gedachten en reacties te horen, dus deel ze gerust hieronder!
Helaas is reageren op dit artikel niet meer mogelijk omdat het originele blog (Passievoorpsychologie.nl) niet meer bestaat. Toch hoop ik dat je waardevolle inzichten hebt opgedaan die je verder kunnen helpen.
[Bronnen: Psychologie, Marc Brysbaert; Klinische psychologie – Theorieën van psychopathologie, Van der Molen e.a.; Wikipedia.org]
Deel dit blog:
Reactie of vraag bij dit blog? Laat het me weten!
Het bericht komt direct in mijn mailbox.
* Deze velden zijn verplicht.